In het Museon heeft morgen (donderdag 26 april) een bijzondere herdenking plaats. Kinderen van de Jan van Nassauschool en de Paschalisschool uit Den Haag leggen, samen met de onderduikkinderen van verzetsheldin (1896-1972) Ru Paré, bloemen bij het Kindermonument in het Museon. Dat herinnert aan de 2061 kinderen uit Den Haag die tijdens de oorlog zijn vermoord. De meeste van deze kinderen waren joods. Enkele tientallen van deze kinderen waren Sinti.
In het Museon is een herinneringsbijeenkomst van negen onderduikkinderen van Ru Paré uit Israël en Nederland. Het is voor het eerst dat deze groep samenkomt om elkaar te ontmoeten en herinneringen uit te wisselen. Zij zullen als gastspreker voor de kinderen van groep 7 en 8 van de Jan van Nassauschool en de Paschalisschool vertellen over hun onderduik.
Onder de schuilnaam ‘Tante Zus’ bouwde Ru Paré een netwerk op van onderduikadressen door heel Nederland en redde in totaal het leven van 52 kinderen. Omdat 2018 is uitgeroepen tot Jaar van Verzet, eert het Museon Ru Paré met de tentoonstelling ‘De onderduikkinderen van Tante Zus’, over deze bijzondere en dappere vrouw. Ru Paré staat symbool voor het vergeten vrouwelijk verzet in de Tweede Wereldoorlog. De tentoonstelling is gebaseerd op het onlangs verschenen boek 'Verzetsheldin met schilderkist - het leven van Ru Paré', van auteur en historicus Wim Willems.
De tentoonstelling in het Museon over het verzetswerk van Ru Paré en de herinneringsbijeenkomst van voormalige onderduikkinderen zijn mogelijk dankzij bijdragen van het Vfonds, Fonds1818 en Stichting Levi Lassen. Van 25 augustus tot en met 16 september zal in Studio Pulchri aan het Lange Voorhout tevens een tentoonstelling te zien zijn over de kunst van Ru Paré.
(Ru Paré; foto: Museon)